zondag 7 juni 2009

We like to party

Veel mensen kijken uit naar het weekend zodat ze kunnen uitgaan, met vrienden op restaurant gaan of naar een familiefeestje kunnen gaan. Mensen houden eigenlijk wel van feestjes en party’s. Helaas gaat al dat feestgedruis aan mij voorbij. Uitgaan heb ik maar enkele keren gedaan, de party’s die ik bezocht heb kan ik op één hand tellen, de familiefeestjes probeer ik de laatste jaren altijd te vermijden. Het is gewoonweg niets voor mij.

Ik denk dat de grote reden waarom ligt in het feit dat het allemaal teveel is. Er zijn teveel mensen aanwezig, er is teveel behoefte aan sociaal contact, er ligt teveel druk om het gezellig te houden. Het is ook allemaal zo ongestructureerd, overweldigend en er gebeuren altijd verrassende dingen. Je weet niet wie je gaat tegenkomen, je weet niet waarover de thema’s gaan, ik weet ook niet hoe ik mij er moet gedragen, …. Het probleem is dat ik mij goed moet kunnen voorbereiden op zoiets, maar het is gewoonweg te veel om bij te houden.

Daarnaast leggen die feestjes en party’s ook nog maar eens pijnlijk de problemen bloot waarmee een Aspie te maken heeft. Je weet niet hoe je een gesprek moet beginnen, hoe je een gesprek gaande moet houden als het toch lukt om een aan te gaan, je hebt te weinig inzicht in de sociale codes en gewoontes, …. Daarnaast hield ik ook niet bij die paar keer dat ik uitging van het feit dat iedereen zo dicht bij elkaar stond en dat er een geduw en getrek was. Ik hou niet van het feit dat onbekende mensen mij aanraken en dergelijke. Daarnaast werkt het ook wat claustrofobisch en komen er allerlei angsten naar boven. Een hyperventilatie-aanval loert dan ook altijd om de hoek.

Eigenlijk komt het dus weer altijd op hetzelfde neer. Een feestje is een sociale gebeurtenis. Je wilt zo goed mogelijk voorbereid zijn daarop, maar voelt je wat verloren en hopeloos. Dat werkt een stresssituatie in de hand die dan weer allerlei angsten naar boven brengt. Die angsten zorgen voor een sneeuwbaleffect en zorgen ervoor dat je Asperger-zijn nog versterken. Want je weet al niet hoe je sociaal contact moet maken en door de angst durf je het dan ook al niet te doen. Daarnaast zorgt de angst er ook voor dat je oogcontact probeert te vermijden, dat je wilt wegvluchten naar je veilige omgeving, dat je probeert bij je eigen interesses te blijven, ….

Kortom, het wordt op den duur allemaal echt te veel. Ik hou het wel meestal een uurtje uit, maar dan ben ik echt wel pompaf. Het is allemaal te vermoeiend. Het werd mij dan ook al heel snel duidelijk dat uitgaan niets voor mij was en ik bleef dan in het weekend ook altijd thuis. Ook familiefeestjes ben ik beginnen te vermijden. Ik merkte gewoon dat ik geen connectie kon maken met de rest van de familie. Ik vond dat ik uitgesloten werd, al was dat niet echt zo. Maar je merkt dat je in een andere wereld vertoeft en je haakt dan ook af. En ik geef toe dat op die manier natuurlijk de isolatie dreigt. Want je ontmoet geen nieuwe mensen, je onderhoudt geen contacten, je smeedt geen nieuwe banden of verbreekt zelfs oude banden. En toch vind ik het niet erg. Ik ben liever alleen en heb geen nood aan veel mensen rondom mij. Natuurlijk heb je altijd wel andere mensen nodig, maar ik heb ze echt niet nodig op een vrijdag- of zaterdagavond. Na een werkweek ben ik blij om thuis op mijn gemak te zijn en heb ik al voldoende sociaal contact gehad om nog meer sociaal contact te zoeken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten