zondag 24 mei 2009

Rock the vote

Ik wil mijn blog niet alleen gebruiken om over het Syndroom van Asperger te praten. Er moet ook plaats zijn voor andere dingen. Zoals bijvoorbeeld nu de verkiezingen. Het is nog twee weken tot de verkiezingen en voor de eerste keer zit ik nog met twijfels over mijn keuze. De voorbije verkiezingen koos ik consequent steeds weer voor de SP.A. Dit jaar zal het waarschijnlijk terug deze partij worden, maar het is niet echt met de volle goesting. Een gebrek aan een volwaardig links alternatief ligt hier aan de basis van.

Nu, ik moet eerst ook bekennen dat ik de afgelopen 2 jaar een degout van de politiek heb gekregen. Er was het voortdurend gekrakeel en geruzie, zeker in de Leterme-periode, maar dat was nog niet het ergste. Het ergste is dat het land de afgelopen twee jaar gewoonweg niet meer bestuurd werd. De politiekers zijn de afgelopen twee jaar vooral met zichzelf bezig geweest en de komende verkiezingen wierpen altijd hun schaduw op het geheel. Maar ondertussen stapelen de problemen zich op en vrees ik dat ons land niet meer op de rand van de afgrond staat, maar al in vrije val is. We hebben geen antwoord op de economische crisis en we doen er nog veel minder aan, we denken niet aan manieren om onze sociale zekerheid te waarborgen, we hebben de bankencrisis door politieke spelletjes verkloot, onze banken en onze energiemarkt zijn al in buitenlandse handen, …. Kortom, men heeft er een zooitje van gemaakt en wie stelt nu nog vertrouwen in deze mensen om ons land terug op het juiste pad te brengen?

Het zijn nu wel regionale verkiezingen, maar toch slaat de federale sfeer toch ook over op de regionale verkiezingen. De Vlaamse regering heeft nog steeds beslissingen genomen, maar toch dreigen er ook onweerswolken boven het Vlaamse niveau te pakken door partijpolitieke spelletjes. De verkiezingskoorts verergert deze indruk alleen maar. De geloofwaardigheid van de politiek staat dan ook op het spel. En ik heb mijn vertrouwen een beetje verloren en heb dus ook een beetje een degout gekregen. Ook in deze verkiezingen zou het moeten gaan om Change, het thema van Barack Obama. Een radicale koerswijziging qua politiek voeren, de mensen terug voorop stellen en terug vertrouwen kweken.

Met deze achtergrond rekening houdend is het dus moeilijk om te gaan bepalen op wie ik op 7 juni ga stemmen. Eén makkelijkheid is er wel, namelijk de keuze tussen links en rechts. Ik denk dat ik mij in het politieke spectrum altijd al aan de linkerkant heb bevonden en er is nog niets veranderd aan mijn denkbeeld, wereldvisie en levensopvatting. Op 7 juni zal ik dus zeker weer links stemmen en vallen dus de rechtse partijen allemaal af. Maar dan bevind je u in de linkerzijde en dan merk je ineens op dat er toch heel wat partijen zich bevinden aan die linkerzijde. Heel veel kleintjes, een middelgrote en een grote partij. En die partijen mogen dus de komende twee weken nog om mijn stem vechten. Maar voorlopig blijf ik bij SP.A.

Al is het dus niet met de volle goesting. SP.A twijfelt aan zichzelf en daarom doet ze mij ook twijfelen aan hen. Ze hebben een zware verkiezingsnederlaag geleden twee jaar geleden, sindsdien doen ze het enorm zwak in de peilingen en nu lijken ze zich ook wat te berusten in een nieuwe verkiezingsnederlaag. Er is de afgelopen twee jaar niet geregeerd, maar de SP.A. heeft ook in zijn oppositiewerk nog niet veel van zich laten merken. Maar het ergste is toch wel dat ze met een economische en financiële crisis er niet in slaagt om te overtuigen, om met een overtuigend én geruststellend verhaal naar voren te komen. En persoonlijk vind ik ook dat het hun ontbreekt om met een links, sociaal sterk verhaal naar buiten te komen. Een sociaal, links verhaal dat de gewone mensen en arbeiders zou moeten aanspreken. Misschien hebben ze door die slechte peilingen wat koudwatervrees, maar in deze moeilijke tijden moeten zij zich opwerpen als een reddingsboei. Maar het ontbreekt hun aan leiderschap.

Daarom ben ik ook eens op zoek gegaan naar andere linkse alternatieven en er spreken mij een paar aan, maar ik vind toch nog geen echt volwaardig alternatief die mij kan overtuigen. Omdat ik de SP.A. een signaal wil geven dat ze een linksere koers moeten gaan varen, kom ik natuurlijk uit bij de extreem-linkse partijen als PVDA+, CAP en Linkse Socialistische Partij. Meteen drie partijen en dat is meteen een oorzaak van het probleem. Eigenlijk versnipperen zij alleen maar de extreem-linkse stem. Een stem voor 1 van de drie is geen stem voor de andere twee en zo zorgen zij ervoor dat zij er geen sterk links alternatief is. Hadden zij hun krachten gebundeld en opgekomen als 1 lijst, liefst nog met SP.A Rood erbij, dan zouden zij al die linkse stemmen kunnen verzamelen en dan zou ik waarschijnlijk eerder op hun hebben gestemd op 7 juni dan de SP.A. Maar nu hebben zij geen front gevormd en vrees ik ervoor dat een stem aan één van de drie een beetje een verloren stem is. Zeker met een kiesdrempel van 5%, waardoor de kans is dat je stem uiteindelijk vertegenwoordigd wordt in het parlement eigenlijk onbestaande is. En dat is verdomd jammer. Daarnaast moet ik ook eerlijk bekennen dat het extreem linkse partijen zijn en ik hou niet zo van extreem. Ik ben ervan overtuigd dat deze partijen de gewone mens zeker zouden vertegenwoordigen en dat men met hen zeker een linksere koers zou varen, maar sommigen voorstellen zijn onrealistisch, men heeft een bezwaarlijk verleden achter de rug omwille van de mensen die men adoreerde, zoals een Mao, Stalin, …. Maar als krachtig signaal dat de politiek terug in het teken van de gewone mensen moeten komen te staan, zou ik zeker op hen hebben gestemd.

Een ander links alternatief is natuurlijk Groen!. Een stem aan hen is zeker een nuttige stem en je mag er zeker van zijn dat jouw stem wel vertegenwoordigd zal worden in het parlement. En toch raak ik maar niet overtuigd van Groen!. Een beetje raar als je weet dat zusterpartij Ecolo in Wallonië wel massaal mensen kan overtuigen. Maar misschien heeft het wel te maken met het feit dat Groen! eigenlijk ook geen algemeen verhaal heeft en vooral op het terrein van de ecologie blijft. Nu, hun verhaal van een groene big bang spreekt zeker tot de verbeelding, maar toch blijft er een barrière bestaan bij mij die mij belet om op hen te stemmen. Misschien moeten zij ook eens leren op zich te profileren als een linkse partij en niet altijd als een ecologische partij. Misschien moeten zij eens wat minder aandacht schenken aan het milieu en eens meer aan de mensen. Tuurlijk dat het ecologisch verhaal goed is voor de mensen, voor de economie, voor onze toekomst … maar ecologie lost de wachtlijsten niet op. Ecologie zegt ook niets over fiscale fraude, over cultuur, over de bankencrisis, …. Kijk, ik weet niet of ik mij duidelijk kan uitdrukken, maar ik vind dat Groen! een beperkt verhaal heeft. Nochtans ben ik er zeker van dat zij op al die andere terreinen ook een mening heeft, maar die wordt teveel verstopt achter het woordje ecologie. Tenslotte moet ik ook bekennen dat ik Groen!, zeker met voorzitster Mieke Vogels, nog altijd associeer met een geitenwollensokken-idealisme. En ja, ook dat speelt hen parten.

En dan is er ook nog de Sociaal-Liberale Partij van Geert Lambert. En Geert mag blij zijn, want volgens de stemtest van VRT en De Standaard komt die partij het best overeen met mijn denkbeelden. Alleen, ik verschoot daar van. Want sociaal-liberaal durf ik mij niet echt te noemen. Het woordje liberaal is een beetje een vies woord voor mij. Bovendien vind ik het ook een beetje een contradictie: sociaal liberalisme. Dus, ik zal Geert moeten teleurstellen. Ik zal niet op hem stemmen. Niet alleen omdat ik ook hier vrees dat een stem voor SLP wel eens een verloren stem zou kunnen zijn, maar vooral omdat SLP mij nog niet overtuigd heeft dat ik een sociaal liberaal zou zijn zoals de stemtest beweert. Volgens mij ben ik nog altijd heel wat linkser dan liberaal. Nu ja, men heeft het Geert ook niet gemakkelijk gemaakt want hij moest dit doen op 6 maanden tijd en helaas kwam hij ook nog niet echt aan bod om te vertellen waarvoor SLP staat. Onbekend maakt echt wel een beetje onbemind.

En dus kom ik terug uit bij de SP.A. Misschien niet met de volle goesting, maar ik denk dat het wel nog altijd een goede keuze is. Men moet wel zeker een meer linksere koers varen, maar als ik hoor dat Open VLD de portefeuille Welzijn wil, dan hou ik mijn hart al vast. Op zo’n moment denk ik dat het inderdaad belangrijk is dat er een sterke linkse partij is die dit in onderhandelingen kan verhinderen en met het huidige linkse landschap kan alleen SP.A. die sterke linkse partij zijn. Daarnaast speel ook het feit dat ik redelijk trouw ben aan mijn merken (een Aspie-trait) een rol waarom ik toch bij SP.A blijf. Ik heb wel wat kritiek op SP.A, maar ik ben trouw en steun hen ook tijdens de moeilijke tijden. Maar omdat ik toch wat kritiek heb, ga ik mijn kritiek laten merken aan de hand van voorkeurstemmen. Ik ga één van de komende dagen bepalen op wie ik ga stemmen op de lijst, maar ik ben niet van plan om zomaar mij neer te leggen bij de volgorde en voorkeuren van de partij. De kans is dus klein dat Freya Van Den Bossche of Kathleen Van Den Brempt mijn stem krijgt. Neen, de kans is veel groter dat de kandidaat van SP.A Rood Issam Benali mijn stem krijgt. Ik ga wat minder partij-establishment kiezen, maar eerder gewone mensen. Mensen die in hun motivering meer de gewone mens centraal stellen en het ook zelf zijn. Dit moet toch een teken aan de wand zijn aan de top dat het anders moet.

Gaat het veel helpen? Waarschijnlijk niet omdat de partijmolen onvermoeid doordraait, maar voor mezelf is het wel belangrijk. Ik wil meer dan ooit een bewuste stem geven. En ik blijf het verdomd jammer vinden dat de die kleine linksere partijen zich niet hebben verenigd. Zij hadden mijn stem kunnen krijgen, maar hun individualisme (al wou LSP wel samengaan) zorgt ervoor dat ze mijn stem verloren hebben. Nu, elkeen heeft nog precies twee weken de tijd om mij van hun gelijk te overtuigen.

zondag 17 mei 2009

En ik kan er echt niet meer mee omgaan

Mensen met het syndroom van Asperger houden van zekerheid, voorspelbaarheid, standvastigheid. Dat houdt ons rustig en zorgen ervoor dat we kunnen standhouden in de heksenketel van de wereld van vandaag. Wanneer die voorspelbaarheid en zekerheid er niet is, dan worden we vaak angstig. Ik heb dan ook een heel groot angstprobleem. Eén van de middeltjes om de dingen voorspelbaar te maken en mij zekerheid te geven, is het feit dat ik vaak de dingen op voorhand plan en dat ik vaak met een dagplanning werk. Wanneer ga ik wat doen? Soms ben ik wat losser in dat plan, soms ben ik koppiger en hou ik enorm vast aan dat plan. En dan kunnen onverwachte dingen of situaties die het plan dwarsbomen mij enorm van streek en kwaad maken.

Dat zorgt natuurlijk af en toe voor problemen op het werk, maar ik vind dat het vooral thuis nog erger is. Thuis is een plek waar ik me op mijn gemak wil voelen en waar ik niet van veel drukte hou. Onverwachte bezoeken zijn dan ook situaties waar ik kwaad kan om worden. Is het zoveel gevraagd om op voorhand eens te bellen dat je op bezoek komt? Dat maakt dan dat ik mijn dagplanning op voorhand hier kan aan aanpassen en dan lukt het me vaak wel om hier perfect mee om te gaan. Maar helaas gebeurt dit dus niet altijd. En gisteren was het weer eens het geval. Het gaat vooral om mijn avond. Ik had gepland dat ik naar de films 28 days later en 28 weeks later op Prime zou kijken. Ik had ook verwacht dat ik rustig alleen zou zijn. Maar daar trok mijn broer een streep door mijn rekening.

Hij belde naar mijn moeder (ik woon nog thuis bij mijn ouders) of de kinderen niet gauw nog mochten komen omdat hij weg moest. En mijn moeder kan dat natuurlijk moeilijk weigeren en dus mogen ze langskomen. Het is ondertussen natuurlijk al zeven uur ’s avonds. Een beetje laat om mijn plannen nog aan te passen. Want mijn moeder vertelt het mij niet en ineens staan ze daar om half acht. En meteen voel je de bui hangen. Ze komen onverwacht, ze komen laat en ik heb al de hele dag vastgehouden aan mijn dagplan. Op zulke momenten is het enorm moeilijk om mijn dagplanning overhoop te gooien en ik kan er echt niet mee omgaan. Ik begin dus al licht geïrriteerd te worden. Maar op dat moment weet ik nog niet dat ze de hele avond gaan blijven en ik denk dus dat ze misschien even later terug weg zijn en ik kan vasthouden aan mijn plan.

Maar dan gaan mijn broer en zijn vrouw weg en blijven de kinderen achter. Meteen ben ik opgeschrikt door het idee dat ik de films toch niet ga kunnen zien. Ik ga dus voorzichtig polsen bij mijn moeder en ze vertelt mij dat de kinderen inderdaad blijven en dat ze het Songfestival willen zien. Meteen kan ik het niet verbergen dat ik echt geïrriteerd en kwaad ben. Ik vraag dan maar tot wanneer ze gaan blijven, zodat ik eventueel nog een B-plan kan uitwerken. Tot kwart voor tien – tien uur, zegt mijn moeder. OK, op dat moment ben ik kwaad en ik heb toch even wat tijd nodig om mijn dagplanning aan te passen en ik beslis dan maar om nog naar de show van Leki op MNM te luisteren dat tot 10 uur duurt en om dan toch nog een film uit het digitaal aanbod mee te pikken. Het is niet van harte, maar ik probeer zo mijn kwaadheid tot een minimum te herleiden.

Maar wat raad je? Kwart voor tien en mijn broer is er nog niet. Tien uur en nog steeds geen teken. Kwart na tien en ik ben al razend. Om half elf komt hij er dan toch door, maar ondertussen ben ik al kwaad in mijn bed gestapt. Heel mijn plan en mijn B-plan zijn in duigen gevallen en ik heb moeite om dit te verwerken. Ik weet dat ik op zo’n moment waarschijnlijk heel kinderachtig reageer, maar zij zien mijn probleem niet. Zij zien niet dat het voor mij niet makkelijk is om zomaar af te stappen van een planning en een nieuwe planning op te maken. En zeker niet op zo’n korte termijn. Ik hang op zo’n moment nog teveel vast aan mijn oude planning en heb mij helemaal niet voorbereid op een nieuwe planning. Bovendien verlies ik de zekerheid en de voorspelbaarheid van de dingen. En dat maakt mij onzeker, angstig en kwaad.

Ik denk dat dit voor NT’ers (Neurotypicals, mensen zonder Asperger) moeilijk te verstaan is. Ik denk dat zij ook wel geïrriteerd zijn wanneer hun plannen doorkruist worden, maar zij hebben een flexibelere houding die hun gauw doet aanpassen aan de nieuwe omstandigheden. Zij kunnen hun oude plannen sneller opgeven en inspelen op de nieuwe situatie en nieuwe plannen te maken. Zeker wanneer het gaat om iets banaals als een televisieprogramma. Maar bij mij gaat het om veel meer dan een televisieprogramma. Er is het feit dat er een onverwacht bezoek is die mijn rust verstoort, een blijven van de kinderen die mijn dagplanning overhoop haalt, een zich niet houden aan vooraf afgesproken tijdstippen die mij kwaad maakt. Ik ben daarin minder flexibel en heb het heel wat moeilijker om dingen te verwerken. Ik verlies een zekerheid en moet op zoek naar nieuwe dingen die mij zekerheid en een veilig gevoel geven. Het is een stresssituatie die ervoor zorgt dat mijn autisme echt naar boven komt. En op zulke momenten kan ik mijn autisme en mijn Asperger echt vervloeken. Ik weet dat het om iets banaals gaat als een televisieprogramma, ik weet dat ik kinderachtig reageer, maar ik kan er echt niets aan doen. Op dat moment zie ik alleen maar mijn plannen gedwarsboomd worden en weet ik niet hoe ik daarop moet reageren.

zaterdag 9 mei 2009

T.O.M.'s diner

In een vorig postje had ik al eens over het feit dat ik mensen niet direct mis. Dat komt doordat er een tekort aan Theory of Mind (TOM) is bij mij. Een Engelstalige term die gewoon wil zeggen dat ik mij moeilijk in andere mensen kan inleven. Ik kan mij als het ware niet verplaatsen naar hun leef- en denkwereld en heb bijgevolg ook geen idee van wat een ander voelt of doormaakt. Toen ik dit de eerste keer hoorde, dacht ik dat dit niet van mij van toepassing was. Ik zie iemand die verdrietig is en kan ook overschakelen in een verdrietige modus. Ik kan meeleven met een personage in een televisieserie en ik had ook tranen in mijn ogen bij het zien van La Vita E Bella. Maar ik ben ondertussen al van mijn gelijk moeten afstappen. Ik heb wel Theory of Mind, maar zeker een tekort eraan. De gevoelens van medeleven die ik heb, zijn vooral berust op aangeleerde gevoelens. Als iets ergs gebeurt met een ander, moet je dat ook erg vinden. Die sociale regel is er bij mij ingebakken, maar toch voel ik dat het in werkelijkheid toch vals aanvoelt.

Deze week realiseerde ik me dit terug. De grootmoeder van één van mijn collega’s is vorige week gestorven, een half jaar nadat ook haar grootvader al was overleden. Wanneer je zoiets hoort, weet je meteen dat je moet meeleven met de collega en dit ook erg moet voelen. En dat belletje gaat rinkelen bij mij en ik schakel over in een meelevende modus. Maar vanbinnen voel ik dat ik bij dat nieuws eigenlijk weinig voel. Ik zie dat mijn collega droevig is en ik voel wel ook enige droefheid, maar ik kan mij niet echt inleven in haar denk- en gevoelenswereld. En het doet mij dus eigenlijk weinig. Een beetje hard om te zeggen omdat mensen nu waarschijnlijk gaan denken dat ik een robot ben, die gevoelloos is. Dat is niet het geval. Alleen is het voor mij een stukje moeilijker om mij in iemand anders in te leven. Niet omdat ik geen gevoelens heb, maar omdat ik gevoelens zo moeilijk begrijp. Ik kan moeilijk gevoelens beschrijven of zeggen hoe ik mij voel. En als dat al niet lukt voor mezelf, dan kan je ook verstaan dat het moeilijker is om de gevoelens van een ander te gaan begrijpen.

Gelukkig kan ik dus terugvallen op een aantal sociale regels die ik dan ook meteen toepas, waardoor ik toch gepast gedrag ga vertonen. Op deze manier kom ik natuurlijk ook niet echt anders over voor mensen en zijn mensen zich ook niet bewust dat men te maken heeft met iemand die autistisch is. Ik heb mij gedragen zoals de regeltjes het voorschrijven, dus ik heb mij normaal gedragen. Alleen moet men dus de zeepbel doorprikken om te zien wat er achter de façade schuil gaat. En dan ziet men iemand die worstelt met gevoelens. Die niet automatisch reageert op situaties, maar eerder op een beredeneerde manier. Niet gevoelsmatig, maar denkmatig. Niet gevoelloos, maar op een andere wijze tot uiting brengend.

Een gevolg van het tekort aan Theory of Mind is misschien wel dat we als autisten wat meer egocentrisch zijn. Ik kende de grootmoeder niet, ze behoort niet tot mijn wereldje, dus ik kan er moeilijk gevoelens voor opbrengen. Mijn collega zit dichter in mijn cirkel, maar ik kan haar gevoelens niet aanvoelen, dus ik schenk er weinig aandacht aan. Ik zit vast in mijn eigen wereldje en omdat ik de buitenwereld niet correct kan aanvoelen, blijf ik gevangen in mijn eigen wereldje. En ben ik dus wat meer egocentrisch. Egocentrisch betekent niet dat we egoïstisch zijn. Als ik kijk naar mijn gedrag op mijn werk, dan mag men altijd om mijn hulp vragen en ik zal het doen. Thuis heb ik ook al mijn ouders financieel bijgesprongen wanneer het nodig was. En zo verder. Ik denk niet dat ik egoïstisch ben, al heb ik natuurlijk zoals iedereen wel eens zijn vlagen en zijn we allemaal wel eens egoïstisch. Maar egocentrisch is wat meer op van toepassing. Niet op een slechte manier, maar meer op een naïeve manier. Niet op een manier van “ik ben het centrum van de wereld”, maar wel op een manier van “ik leef in een eigen wereldje”.

zondag 3 mei 2009

Adam - The latest Aspie Movie

Ik ben een Aspie en het ziet er een zeer leuke film uit. Vooral de grap met de chocolaatjes doet me telkens weer gieren van het lachen. Maar ik ben dus een Aspie en ik zal dus wachten tot de dvd uitkomt :p.

I don't like Mondays

Eerst terugkomen op mijn vorige post over mijn collega die uit zwangerschap is teruggekomen. Het viel de afgelopen week eigenlijk best nog mee. Het was duidelijk dat zij zich ook nog moest aanpassen aan het werkritme, zodat ze zelf deze week nog stil en kalm was. En zo vond ik het eigenlijk prima. Op deze manier kan ik ook terug aan haar gezelschap wennen. Ik ben echt wel blij dat ze terug is, maar zoals ik reeds schreef, ik vond de periode dat ik alleen aan mijn bureau zat ook ontzettend fijn.

Het is een verlengd weekend geweest en voor de meesten is dat een goede gelegenheid om speciale dingen te doen, om er eens op uit te trekken, om eens zwaar door te zakken of te feesten, om vrienden of familie op te zoeken, …. En dan staan ze natuurlijk maandag klaar om al hun weekendbelevenissen met anderen te delen. Op zulke momenten word ik altijd met de neus op de harde waarheid geduwd. Je bent niet zoals de anderen. Terwijl de anderen hun sociale leven onderhouden, zat ik weer een weekendje alleen op mijn kamer boeken te lezen, muziek te beluisteren, dvd’s te bekijken.

Voor mij is dit eigenlijk leuk en ik heb geen nood om anderen op te zoeken. Ik heb geen nood om tussen al het volk te gaan lopen op een “topdag” in Aalst en op een terrasje te genieten van de zon en het gezelschap. Neen, mijn weekends zijn veel saaier dan dat. Saai voor een sociale mens natuurlijk te verstaan. Ik als Asperger heb daar minder moeite mee. Maar ’s maandags vrees ik altijd natuurlijk de vraag wat je dit weekend gedaan hebt. Nog zo één van de vragen die ik vroeger en nu eigenlijk ook nog haatte. Omdat ik geen sociaal leven heb, beleef ik in het weekend niet veel en heb ik ook niet veel te vertellen. En vroeger wou ik natuurlijk niet als de rare doorgaan en bleef ik op de vlakte, maar op zo’n manier dat ik mensen probeerde te overtuigen dat ik een druk weekend achter de rug heb, alleen dat het hun niet aanging wat ik deed. Maar ik vermoed dat velen de ballon na een tijdje wel konden doorprikken en ontdekken dat ik eigenlijk veel alleen thuis zat.

Als je geen diagnose hebt en niet echt kunt uitleggen waarom je zo bent dan ik ben zo, is het altijd heel confronterend geweest zo’n vraag. Het gevoel dat je anders bent dan anderen komt altijd boven bij zo’n vraag. Nu dat ik een diagnose heb, kan ik eigenlijk mijn weekends beter uitleggen en weet ik waarom ik niet dezelfde sociale nood als anderen heb. Omdat ik er gewoon in suck. En omdat een week onder collega’s of vroeger schoolmaten gewoon veel van mij vergde dat ik in het weekend mijn rust en recuperatie nodig had. Natuurlijk wou ik vroeger ook uitgaan zoals anderen deden en ik heb dit een paar keer gedaan. Maar het voelde gewoon niet juist aan. Ik kon geen connectie maken met anderen maken, werd ongemakkelijk van de drukte en het lawaai en ik kon mij nooit ontspannen. Ik was altijd dat ik terug naar huis kon gaan. En zo wordt de kloof met leeftijdsgenoten weer groter.

Nu, ik kan mijn weekends natuurlijk een pak interessanter maken. Ik zou bijvoorbeeld naar de film kunnen gaan of een stadsbezoek doen. Maar het komt gewoon niet in mij op. Het maakt mij zelfs een beetje angstig. Het is de angst die mijn weekends verlamd. Ik moet de dingen eigenlijk op voorhand weten. Ik moet weten of er veel volk in de filmzaal gaat zijn, ik moet weten waar ik kan zitten en vooral hoe ik mij moet gedragen. Er komen zoveel vragen en angsten bij mij op wanneer ik een uitstap moet doen, dat ik bijna altijd gewoon afhaakte. Je hebt geen idee hoe dat de dingen kan verlammen. Ik had vorige week een dagje vrij en ik moest naar de boekenwinkel. Ik heb dat twee dagen op voorhand moeten voorbereiden van ik ga rond dat uur, ik ga via die route, ik ga daar naar kijken in de winkel, ik ga via die route terug en ik hoop tegen dat uur terug te zijn. Gewoon om even naar de boekenwinkel te gaan. Maar ik heb dat beeld in mijn hoofd echt wel nodig. Ik moet weten wat ik moet doen of ik raak in paniek. Gelukkig zijn er momenten dat het ook enorm goed meevalt. Ik ben twee jaar terug alleen een dagje naar Brugge geweest. Alles was enorm goed gepland en de dag verliep echt zoals ik het in mijn gedachten had. En het was wel leuk, maar éénmaal drie uur was de pret over en ik begon ik mij zorgen te maken dat ik best wat vroeger doorging om die trein te kunnen halen zodat het volk op de trein nog meevalt en dergelijke. Dat kan ik echt hebben. Ik plan dan zoiets en alles gaat goed, maar dat komt er plots een ogenblik dat het genoeg is geweest en dat ik terug naar huis moet.

Ik denk dat dit voor gewone mensen zonder autisme (NT’s) moeilijk te vatten is hoe verstikkend zoiets kan zijn in iemands leven. En hoeveel energie zoiets vergt van iemand. Want je hebt de hele voorbereiding ervan. Je moet er u mentaal op voorbereiden. En dan is er de spanning van de dag zelf en kom je toch tot de conclusie dat zulke uitstappen niet zo ontspannend werken als je wel zou willen. En ik ben dan al iemand met weinig moed en zelfvertrouwen zodat ik al gauw zulke uitstappen tot een minimum beperk. Het is gewoon soms te belastend.

Daarom ook dat ik mijn weekends een pak rustiger en saaier maak. En vooral dat ik in de weekends vooral op mijn eigen terugplooi. Ik lees dus veel in het weekend. Ik hou ervan om mijzelf te verliezen in een goed boek en helemaal opgeslorpt te worden door een verhaal. Ik luister ook veel naar muziek om mij toch niet alleen te voelen en om mij goed te doen voelen. Ik kijk ’s avonds liever thuis in mijn zetel naar een goede film zonder onbekend volk rond mij die allerlei dingen doen waarop ik niet voorbereid ben. Maar het werkt voor mij. Voor mij vind ik dit zo prima. Ik ben een eenzaat en dat zal waarschijnlijk nooit veranderen.

Alleen blijft dit natuurlijk niet het beeld wat mensen vandaag van een weekend verwachten. De samenleving heeft het niet echt zo voor eenzaten. Hoe vaak dat ik al op het werk commentaar heb moeten horen van anderen die het triestig vinden wanneer mensen dagen thuis achter een computer zitten. En de blikken die er zijn, wanneer ze merken dat je geen sociaal leven hebben. Of de blik die ik van mijn baas krijg als ik hem vertel dat een vakantie voor mij vooral een leesvakantie is. En ja hoor, hoeveel keer heb ik al moeten horen dat er zoveel is dat je kan doen in een weekend. Natuurlijk weten ze op mijn werk niets van mijn autisme af en kan ik het hen moeilijk kwalijk nemen. Maar toch moeten mensen mee drijven op de algemene stroom. Dus als ze ’s maandags vragen wat je gedaan hebt in het weekend verwachten ze allerlei leuke dingen en vooral dingen die je met anderen doet. Ik denk dat het accepteren dat een groep mensen (met autisme) heel graag alleen zijn en geen boodschap hebben aan al dat sociaal gedoe een stap in de goede richting zou zijn.