Het was de laatste weken hier windstil op deze blog. Niet opzettelijk, maar de voorbije weken waren stresserende weken. Er is namelijk een heuse tornado doorheen mijn werkplaats geraasd met als resultaat dat het boekhoudkantoor waar ik werk, gaat splitsen. De ene baas neemt een deel van het personeel en de klanten mee naar een nieuwe vennootschap, terwijl de andere baas het huidige kantoor in een afgeslankte vorm gaat verder zetten. Ikzelf ben in de tweede groep terechtgekomen en mag dus blijven zitten waar ik zit. De anderen verhuizen tegen het einde van het jaar naar een ander gebouw en verlaten dus de vertrouwde plek.
Over de reden van de splitsing ga ik hier niet uitwijden, want ik denk dat dit niet geapprecieerd zal worden door de bazen (ook al weet niemand over welk kantoor het gaat). Maar het gaat er in het kort over dat de werkwijze van mijn ene baas serieus in vraag werd gesteld door de andere baas en dat er een paar ontoelaatbare zaken zijn gebeurd. Met als resultaat dat er een paar opvliegende ruzies ontstonden en men uiteindelijk besloot om te splitsen.
Dat bracht een heel gespannen sfeer teweeg de voorbije weken. Ook ik voelde de stress heel goed. Slecht slapen, hyperventilatieaanvallen, een paar keer moeten braken ’s morgens. Maar vooral het feit dat ik eigenlijk niemand had om erover te praten. OK, ik praatte wel met mijn collega die tegenover mij zit, maar toch kon ik niet mijn ei kwijt. En dus kwam er heel gepieker, zat ik met heel wat vragen, kon niemand mij gerust stellen. Ook wist ik helemaal niet hoe ik mij in zo’n situatie voel of zou moeten voelen.
Neem nu het feit dat een deel van mijn collega’s moet vertrekken met de ene baas. Dat zorgde voor een gelaten sfeer op het kantoor en iedereen vond het jammer voor elkaar. Alleen ik had die gevoelens niet. Ik weet dat ik het erg moet vinden, maar ik kan niet zeggen dat ik het ook zo aanvoel. Ik kan niet zeggen wat mijn gevoel bij de situatie was. Ik heb een aantal mensen zien wenen, maar ik kan mij moeilijk met hen identificeren omdat ik niet in hun situatie bevond. Ik moest niet kiezen of ik met de vertrekkende baas meewou. Ik bleef zitten waar ik zit en voor mij veranderde er niets. Andere collega’s spraken ook al dat ze elkaar gingen missen. Ik weet niet of ik hen ga missen. Dat klinkt misschien hard en koud, maar ik weet het echt niet. Ik had in een vorige post al geschreven dat ik niet de persoon ben die echt mensen mis. Dus ik denk dat ik in dit geval de vertrekkende collega’s ook niet echt ga missen. Ik ben niet fier op mezelf om dit te moeten toegeven.
Op een bepaalde manier was ik eigenlijk een beetje egoïstisch. Want ik zag er meteen een aantal voordelen voor mezelf in. Zo schreef ik een paar weken terug al dat ik eigenlijk in een kleiner kantoor wou terechtkomen en nu door de splitsing vertrekt de helft van het personeel en worden we noodgedwongen een kleiner kantoor. In plaats van het erg te vinden dat bepaalde personen verdwenen, verheugde ik mij al op het feit dat het een kleiner kantoor ging worden. Daarnaast geef ik ook gegrift toe dat ik blij ben om van een paar collega’s verlost te zijn. Collega’s waar het helemaal niet mee klikte of waar ik ontzettend veel problemen mee had met hun eigenzinnigheid en persoonlijkheid. Weten dat ik nu niet meer elke dag een interne strijd moet voeren om tegen die karakters op te boksen, betekende ook al een geruststellende gedachte. Maar dat is natuurlijk een egoïstische gedachte. Misschien ontbreek ik echt een Theory of Mind en ben ik als Asperger een stuk egoïstischer.
Nu de splitsing brengt ook een aantal rare situaties met zich mee. Zo weet ik niet echt hoe ik mij juist moet gedragen tegenover de collega’s die gaan vertrekken. De situatie en de onderliggende verhoudingen zijn ineens veranderd en ik heb geen idee hoe ik er best op reageer. Daarnaast heeft mijn vertrekkende baas ook een paar zaken gedaan die recht tegen mijn rechtvaardigheids- en eerlijkheidsgevoel gaan dat ik mij zelfs wat boos voel tegenover hem. Maar ik weet helemaal niet hoe ik die boosheid kan kanaliseren en ik vrees er voor dat ik mij ga misdragen of uit mijn sloffen gaat schieten. Dat is altijd het geval wanneer ik kwaad ben. Ik kan dit niet kanaliseren en ofwel krop ik het zodanig op dat ik er een stukje kapot aan ga ofwel volgt er een explosie die ontzettend lang blijft nazinderen. Het is ook zo dat ik moeilijk om kan gaan met ruzies. Ik heb nooit geleerd hoe ik met een ruzie moet omgaan, hoe ik het best reageer, hoe ik rekening moet houden met andermans gevoelens, …. Het is verdomd moeilijk en de hele situatie maakt het ook al zo verdomd moeilijk.
Ondertussen betrekt mijn baas mij ook al bij de doorstart van ons kantoor en mag ik meehelpen bij het maken van de nieuwe website en mag ik haar ook assisteren in het begeleiden van de splitsing op informaticagebied. Een rol die ik enerzijds met veel plezier doe omdat ik wel in informatica ben geïnteresseerd, maar anderzijds een rol die ik wat haat. Want dat betekent dat ik meer in de schijnwerpers kom te staan en daar hou ik niet van. Ik ben liever iemand die op de achtergrond fungeert. Een soort van backbencher. Iemand die de zaken voor gedaan krijgt zonder dat de buitenwereld ziet wie ze gedaan krijgt. Ik heb geen nood om een aanspreekpunt te worden voor de mensen die de website bouwen of voor de nieuwe IT-man. Want dat betekent dat meer sociale contacten, praatjes, telefoontjes, small talk, …. Allemaal dingen waar ik niet goed in ben. Ik ben eerder een zakelijk iemand en ik voel dat mensen van een veel lossere sfeer houden. Maar ik kan hun die niet echt bieden en daarom treed ik ook niet graag in de schijnwerpers.
Het beloven dus nog een paar zware weken te worden en misschien is de interval van de postjes terug wat langer. Maar ik ben zo met die splitsing bezig dat ik mij moeilijk op andere dingen kan concentreren.
Over de reden van de splitsing ga ik hier niet uitwijden, want ik denk dat dit niet geapprecieerd zal worden door de bazen (ook al weet niemand over welk kantoor het gaat). Maar het gaat er in het kort over dat de werkwijze van mijn ene baas serieus in vraag werd gesteld door de andere baas en dat er een paar ontoelaatbare zaken zijn gebeurd. Met als resultaat dat er een paar opvliegende ruzies ontstonden en men uiteindelijk besloot om te splitsen.
Dat bracht een heel gespannen sfeer teweeg de voorbije weken. Ook ik voelde de stress heel goed. Slecht slapen, hyperventilatieaanvallen, een paar keer moeten braken ’s morgens. Maar vooral het feit dat ik eigenlijk niemand had om erover te praten. OK, ik praatte wel met mijn collega die tegenover mij zit, maar toch kon ik niet mijn ei kwijt. En dus kwam er heel gepieker, zat ik met heel wat vragen, kon niemand mij gerust stellen. Ook wist ik helemaal niet hoe ik mij in zo’n situatie voel of zou moeten voelen.
Neem nu het feit dat een deel van mijn collega’s moet vertrekken met de ene baas. Dat zorgde voor een gelaten sfeer op het kantoor en iedereen vond het jammer voor elkaar. Alleen ik had die gevoelens niet. Ik weet dat ik het erg moet vinden, maar ik kan niet zeggen dat ik het ook zo aanvoel. Ik kan niet zeggen wat mijn gevoel bij de situatie was. Ik heb een aantal mensen zien wenen, maar ik kan mij moeilijk met hen identificeren omdat ik niet in hun situatie bevond. Ik moest niet kiezen of ik met de vertrekkende baas meewou. Ik bleef zitten waar ik zit en voor mij veranderde er niets. Andere collega’s spraken ook al dat ze elkaar gingen missen. Ik weet niet of ik hen ga missen. Dat klinkt misschien hard en koud, maar ik weet het echt niet. Ik had in een vorige post al geschreven dat ik niet de persoon ben die echt mensen mis. Dus ik denk dat ik in dit geval de vertrekkende collega’s ook niet echt ga missen. Ik ben niet fier op mezelf om dit te moeten toegeven.
Op een bepaalde manier was ik eigenlijk een beetje egoïstisch. Want ik zag er meteen een aantal voordelen voor mezelf in. Zo schreef ik een paar weken terug al dat ik eigenlijk in een kleiner kantoor wou terechtkomen en nu door de splitsing vertrekt de helft van het personeel en worden we noodgedwongen een kleiner kantoor. In plaats van het erg te vinden dat bepaalde personen verdwenen, verheugde ik mij al op het feit dat het een kleiner kantoor ging worden. Daarnaast geef ik ook gegrift toe dat ik blij ben om van een paar collega’s verlost te zijn. Collega’s waar het helemaal niet mee klikte of waar ik ontzettend veel problemen mee had met hun eigenzinnigheid en persoonlijkheid. Weten dat ik nu niet meer elke dag een interne strijd moet voeren om tegen die karakters op te boksen, betekende ook al een geruststellende gedachte. Maar dat is natuurlijk een egoïstische gedachte. Misschien ontbreek ik echt een Theory of Mind en ben ik als Asperger een stuk egoïstischer.
Nu de splitsing brengt ook een aantal rare situaties met zich mee. Zo weet ik niet echt hoe ik mij juist moet gedragen tegenover de collega’s die gaan vertrekken. De situatie en de onderliggende verhoudingen zijn ineens veranderd en ik heb geen idee hoe ik er best op reageer. Daarnaast heeft mijn vertrekkende baas ook een paar zaken gedaan die recht tegen mijn rechtvaardigheids- en eerlijkheidsgevoel gaan dat ik mij zelfs wat boos voel tegenover hem. Maar ik weet helemaal niet hoe ik die boosheid kan kanaliseren en ik vrees er voor dat ik mij ga misdragen of uit mijn sloffen gaat schieten. Dat is altijd het geval wanneer ik kwaad ben. Ik kan dit niet kanaliseren en ofwel krop ik het zodanig op dat ik er een stukje kapot aan ga ofwel volgt er een explosie die ontzettend lang blijft nazinderen. Het is ook zo dat ik moeilijk om kan gaan met ruzies. Ik heb nooit geleerd hoe ik met een ruzie moet omgaan, hoe ik het best reageer, hoe ik rekening moet houden met andermans gevoelens, …. Het is verdomd moeilijk en de hele situatie maakt het ook al zo verdomd moeilijk.
Ondertussen betrekt mijn baas mij ook al bij de doorstart van ons kantoor en mag ik meehelpen bij het maken van de nieuwe website en mag ik haar ook assisteren in het begeleiden van de splitsing op informaticagebied. Een rol die ik enerzijds met veel plezier doe omdat ik wel in informatica ben geïnteresseerd, maar anderzijds een rol die ik wat haat. Want dat betekent dat ik meer in de schijnwerpers kom te staan en daar hou ik niet van. Ik ben liever iemand die op de achtergrond fungeert. Een soort van backbencher. Iemand die de zaken voor gedaan krijgt zonder dat de buitenwereld ziet wie ze gedaan krijgt. Ik heb geen nood om een aanspreekpunt te worden voor de mensen die de website bouwen of voor de nieuwe IT-man. Want dat betekent dat meer sociale contacten, praatjes, telefoontjes, small talk, …. Allemaal dingen waar ik niet goed in ben. Ik ben eerder een zakelijk iemand en ik voel dat mensen van een veel lossere sfeer houden. Maar ik kan hun die niet echt bieden en daarom treed ik ook niet graag in de schijnwerpers.
Het beloven dus nog een paar zware weken te worden en misschien is de interval van de postjes terug wat langer. Maar ik ben zo met die splitsing bezig dat ik mij moeilijk op andere dingen kan concentreren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten