maandag 31 augustus 2009

School Spirit

Morgen is het 1 september. Traditioneel het moment voor het VRT radio- en televisienieuws om naar een willekeurige kleuterschool te gaan en daar vooral zoveel mogelijk wenende kindjes op tape te hebben. Zodat we toch maar een goed beeld hebben van de tragedie van 1 september. De beelden van de kinderen die na een kwartiertje al lachend met andere kinderen zitten te spelen, worden er met veel geluk nog achteraan geplakt. Om de ouders toch niet met een te groot schuldgevoel op te zadelen.

1 september voor mezelf een tragedie noemen, is misschien een beetje overdreven. Behalve de overgang van lager naar middelbaar onderwijs die op de ergst mogelijke manier is verlopen. Maar daar later meer over. Nu zeggen dat 1 september een leuke dag was, dat is ook de waarheid oneer aandoen. 1 september was best wel een belastende dag voor mezelf. Het was het hoogtepunt van een opbouwende spanning van dagen vooraf en had meestal nog een nasleep van enkele weken.

Wie de handboeken over autisme leest, zal daarin kunnen constateren dat alle boeken het hebben over een slecht omgaan met veranderingen. 1 september was een jaarlijks terugkerende verandering. Verandering van leefritme, verandering van omgeving, nieuwe leerkrachten, soms nieuwe leerlingen, terug sociale contacten hebben, …. 1 september had altijd een overweldigend effect op mezelf. De dagen ervoor was ik vaak al zenuwachtig en angstig en spookten er ontzettend veel vragen door mijn hoofd. Wie zit er in de klas? Wie is de titularis? Wie zijn de andere leerkrachten? Hoe zit het lessenschema in elkaar? Wat moet ik vertellen tegen klasgenoten over mijn vakantie? Wat gebeurt er tijdens de eerste schooldag? Wat moet ik vertellen als ik mij moet voorstellen? …. Duizenden vragen hielden mij al dagen voor 1 september in beslag. Want de handboeken over autisme hebben het ook over voorspelbaarheid. Wij als autisten houden ervan dat de dingen voorspelbaar zijn, dat we weten wat er komt. Helaas had ik geen diagnose, dus kon ook mijn ouders, leerkrachten en school er niets van weten, met als resultaat dat er nooit een voorbereiden op het naar school gaan kwam.

Ik moest de dingen maar op mij laten afkomen. Met de nodige angst, krampen in de buik, hyperventilatieaanvallen, slaapproblemen tot gevolg. 1 september is voor iedereen een stresserende dag, maar ik had het gevoel dat het voor mij driedubbel zo zwaar was. En het leek wel of iedereen rondom mij gauw over de dingen kon heen stappen en zich aanpassen aan de nieuwe situatie. Iedereen leek weer vlug vrienden te zijn, iedereen leek geen problemen te hebben met nieuwe leerkrachten, iedereen leek snel zijn draai gevonden te hebben. Behalve ik. Ik had meestal een aantal weken nodig om mij aan de situatie aan te passen. Voor ik terug wat zekerheid en voorspelbaarheid vond. En daarna ging het eigenlijk vrij goed, daar moet ik eerlijk over zijn. Eenmaal ik mijn plek gevonden had, ging ik eigenlijk wel vrij graag naar school.

Maar zoals reeds gezegd, de overgang van lager naar middelbaar onderwijs was een ware hel. Omdat er daar nog veel meer dingen op mezelf afkwamen. Ten eerste ging ik niet meer naar school in het dorp, maar moest ik uitwijken naar de grote school in de grote stad. Bovendien moest ik ook met de bus naar de stad gaan. Daarnaast vielen er ontzettend veel vertrouwde gezichten weg. Leerkrachten, klasgenoten, schoolgenoten. Alles werd anders. Er was een ander schoolritme en voor elk vak kreeg je een andere leerkracht. Dus veel meer personen die je moest leren inschatten. Er waren andere gebouwen en ineens ben je weer de kleinste van de hoop en loopt het schoolplein vol met mensen op de rand van de volwassenheid. De duizenden vragen leken ineens wel een Mount Everest van miljoenen vragen en obstakels te zijn. Maar niemand wist dus iets van het feit dat ik autisme had, met als gevolg dat je daar helemaal niet wordt op voorbereid. Of slecht op voorbereid, want in de lagere school wordt er natuurlijk al over gepraat en moet je testen van het PMS (nu CLB) ondergaan. En dat was al teveel dat op mezelf afkwam. Samen met de stress rond de plechtige communie heb ik dan ook als 12-jarige een eerste meltdown gehad en heb ik de laatste twee maanden van mijn lagere school thuis moeten doorbrengen.

En dan moest 1 september en de middelbare school nog komen. Ik vermoed dat er toen ontzettend veel nare dingen zijn gebeurd dat ik uit mijn geheugen heb verbannen, want veel herinneringen eraan heb ik niet meer. Ik weet dus nog een paar dingen die ik van mijn ouders heb gehoord en een paar eigen herinneringen. En die waren niet zo fraai. Zo weigerde ik naar school te gaan en heeft men mij moeten dwingen om de school binnen te gaan. Eén keer is zelfs de politie tussen beide moeten komen. Die passeerden juist voorbij de school en zagen dat ik mezelf in de wagen had opgesloten. Een ander dramatisch punt, maar dat heb ik van mijn moeder en kan ik zelf niet meer herinneren, is dat men mij in de school hebben moeten tegenhouden, want ik dreigde uit het venster te springen. Ik wou daar gewoonweg weg. Van de lessen kan ik mij helemaal niets meer herinneren, dus ik weet niet in welke staat ik daar heb gezeten. Uiteindelijk kwam er een einde aan de lijdensweg toen ik ’s middags uit de school sloop en terug naar huis kon gaan. Mijn ouders natuurlijk ontzettend boos, maar ze zagen ineens in dat dit niet de school was voor mij. Eerst gingen ze mij naar het bijzonder onderwijs sturen, maar daar konden ze niets mij aanvangen. Er was nog altijd geen diagnose van autisme en ik had een normaal tot goed IQ. De oplossing kwam van onze oude buurman die zelf leerkracht was in de eerste graad van de handelsrichting van het middelbaar. Met veel moeite heb ik mij daar toch naar toe kunnen slepen, maar was ik ineens onder de hoede van een vertrouwd gezicht. En dat heeft geholpen. Want ik ben blijven gaan en heb me er leren goed voelen.

Een feit dat hierbij heeft toegedragen is, denk ik achteraf bekeken, het feit dat ik onder mijn niveau zat. Ik kon zeker Moderne aan en misschien zelfs Latijnse, maar het werd dus Handel omdat daar mijn ex-buurman les gaf. Maar achteraf bekeken zorgde dit wel een aantal voordelen. Want ik had totaal geen problemen met het studeren, haalde ontzettend goede punten en ging graag naar de les. Eigenlijk viel er veel druk van mezelf af omdat het lessenpakket niet te zwaar was. Helaas had ik wel te lijden onder een drang naar perfectionisme en dat legde nog een zware druk op mijn schouders, maar het lukte en dat gaf wel voldoening. Bovendien zorgde de bolleboos van de klas zijn ervoor dat ik een insteek had om contact te leggen met anderen. Of eerder omgekeerd, zij met mij. Want voor hulp bij huiswerk of uitleg bij leerstof konden ze bij mij terecht. En ik hielp. En hierdoor verdiende ik eigenlijk wel respect. Dat het respect maar duurde tot zolang ze met mij in de klas zaten, was te verwachten en jammer, maar het zorgde er wel voor dat ik niet te zwaar meer werd gepest en mij doorheen de zes jaren kon slaan.

Na het middelbaar was het tijd om naar het hoger te gaan en eigenlijk speelde daar hetzelfde scenario zich af als de omschakeling van lager naar middelbaar. Ik ging normaal naar de EHSAL in Brussel gaan, maar ben op mijn plan moeten terugkomen. De grotere stad Brussel, de grote verwachtingen, het telkens weer ’s morgens in een overvolle trein moeten zitten, …. Het werd mij allemaal teveel en uiteindelijk heb ik terug wat onder mijn niveau een richting gezocht in een hoger school in de ondertussen vertrouwde stad Aalst. Ook hier kon ik de drie jaren met vrucht beëindigen en kon ik me door hulpzaam op te stellen terug door drie jaar schoolcontacten worstelen.

Als ik mijn verhaal teruglees, dan heb ik daar allemaal gemengde gevoelens bij. Schaamte voor wat er gebeurd is bij die overgang. Fierheid dat ik mij toch doorheen de schoolperiode heb kunnen worstelen en een diploma heb waarmee ik een goede job heb gevonden. Spijt omdat ik altijd nooit echt van al mijn capaciteiten heb kunnen gebruik maken en dus altijd onder mijn niveau heb moeten studeren. En boosheid omdat er in al die jaren niemand ooit een link naar autisme heeft kunnen leggen. Ik zeg niet dat een diagnose bepaalde dingen zou hebben kunnen vermijden, maar misschien was het toch allemaal een mindere hel zijn geweest voor alle betrokkenen.

Ik weet dat ik niet de enige zal zijn geweest die als ongediagnosticeerde autist zijn schooltijd moest doormaken en met al de problemen in aanraking zou zijn gekomen. Ik kan alleen maar hopen dat de herkenning vandaag de dag beter verloopt en dat men bepaalde problemen niet meer onder de mat veegt als zijnde de je een moeilijk kind bent en dat je u niet moet aanstellen. Ik hoop dat niemand meer moet meemaken wat ik toen heb meegemaakt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten