zondag 30 augustus 2009

It's a family affair

Terwijl ik dit postje aan het schrijven ben, zit een groot deel van de rest van de familie samen bij mijn broer thuis om een zomerfeest te houden voor zijn oudste zoontje en zit men te genieten van een barbecue. Ondertussen zit ik samen met mijn jongste broer, die ook autisme heeft maar dan met een verstandelijke beperking, thuis. Een situatie die de laatste jaren steeds meer en meer voorvalt. Ik heb mij de afgelopen jaren gedistantieerd van mijn familie.

Waarom? Het is een combinatie van factoren, maar de belangrijkste is dat ik mij eigenlijk nooit echt thuis gevoeld heb bij mijn familie. Ik leefde in mijn wereldje en zij in de hunne. En ik deed altijd mijn best om erbij te horen, maar ik kreeg altijd het deksel op de neus en begon mij meer en meer te realiseren dat hoe hard ik ook zou proberen, ik zou er nooit echt bij horen. Misschien zien zij dat anders, maar ik heb altijd dat gevoel gehad. Ik kan geen band opbouwen met mijn broers en zussen, we hebben geen gezamenlijke interessegebieden en ze zochten telkens weer het gezelschap van elkaar op, maar niet het mijne. En jaren lang heb ik geprobeerd en geprobeerd om een klik te voelen, maar ik ben zo ontgoocheld geworden dat ik geen energie meer heb om nog langer te proberen en de schijn op te houden.

Na mijn diagnose van autisme is de situatie er eigenlijk nog niet op verbeterd. Ik denk dat ze nu wel weten wat er met mij scheelt en ik merk dat sommigen echt proberen om terug een band op te bouwen, maar ik hou de boot altijd af. Zo ben ik volgende week uitgenodigd op een etentje met mijn zus en haar vrouw, maar ik heb neen gezegd. Tot haar ontgoocheling had ik het gevoel. Want ze probeert mij terug te integreren in het familiegebeuren, maar ik weiger telkens weer. Ik weet ook niet waarom. In het begin wel. Toen schaamde ik mij voor mijn autisme. Belachelijk misschien, maar toch was het zo. Je schaamt je voor het feit dat je anders bent en dat je niet kunt zijn zoals zij. Je hebt ook schrik voor de reacties en hoopt dat ze geen label op je gaan kleven of je met een scheef oog bekijken. Je wilt niet dat ze je anders gaan behandelen, zowel in positieve als negatieve zin. Ondertussen is de ergste vlaag van schaamte al voorbij, maar toch kan ik nog steeds niet de familiebanden opnieuw opnemen.

Een belangrijke kwestie daarbij is dat ik niet weet hoe ik mij moet gedragen. Want nu ligt er een diagnose van autisme op tafel en is de vraag hoe het nu verder moet. Moet ik nu proberen om nog altijd zoals hun te worden of mag ik nu eigenlijk meer mijn autistische zelve zijn? Moet ik nu nog altijd mijn best doen om te passen in hun wereld of moeten zij zich aanpassen aan mijn wereld? Neem nu dat etentje van volgende week bij mijn zus. Van mijn jongste broer die autisme met een verstandelijke handicap heeft, verwachten ze helemaal niet dat hij daar aanwezig zal zijn. Dat wordt niet gevraagd en niemand heeft daar problemen mee. Omdat hij veel jonger was toen hij zijn diagnose te horen kreeg, er ondertussen al vele jaren zijn gepasseerd, hij nooit naar feestjes of op bezoek ging en iedereen dat gewoon is en dat begrijpt. Maar ik heb jarenlang wel altijd geprobeerd om te leven in hun wereldje. Ik heb jarenlang mijn best gedaan om naar die feestjes, etentjes, e.d. te gaan, terwijl ik voelde dat het niets voor mij was. En nu verwachten zij nog steeds dat ik dat blijf doen. Voor mij lijkt autisme ineens geen excuus te zijn.

De psychologe waarbij ik een tijdje bij ging, zei dat ik mijn best moet blijven doen. Maar ik heb daar eigenlijk gezegd geen energie meer voor. Ik heb geen energie meer om in familie te investeren. Misschien komt dit omdat ik op het werk nog altijd niets verteld heb van mijn autisme en daar dus nog altijd ontzettend veel energie moet steken in zo normaal mogelijk te zijn, om relaties met bazen, collega’s en klanten te onderhouden, de babbeltjes, de lunches ’s middags, …. Met als resultaat misschien dat ik nadien en in het weekend geen zin meer heb om nog eens energie in familie te steken. Ik ben blij dat ik mij na het werk en in het weekend een paar uurtjes kan opsluiten in de eenzaamheid van mijn kamer. Gewoon geen contact te hebben met iemand. Ook vakantie is zo iets geworden. Een periode van alleen zijn en in mijn muziek, boeken, dvd’s en internet ondergedoken te zijn. En nu vind ik dat geweldig. Vroeger vond ik mezelf een rare en voelde het niet goed, maar door mijn diagnose voel ik me wel een stuk bevrijd. Het is niet erg meer om een loner te zijn, integendeel, het is wie ik ben en wat ik moet zijn.

Maar toch neemt dit het schuldgevoel niet weg rond familie. Want overal lees je en hoor je dat familie het belangrijkste is wat er is. En ik neem daar steeds meer en meer afstand van dat ik vermoed dat de afstand te groot is geworden. De diagnose van autisme heeft daar nu een verklaring voor gegeven, maar ik heb de oplossing nog niet gevonden. En ik weet dat ik daarbij mensen moet kwetsen. Zoals mijn moeder bijvoorbeeld, die natuurlijk graag zou hebben dat iedereen goed met elkaar opschiet voor later. Maar ook bepaalde broers en zussen moet ik pijn doen, omdat ze telkens weer op mijn muur botsen. Ze weten nu misschien waarom, maar ik denk niet dat het daarom voor hen makkelijker maakt om er mee te leren leven. Maar voor mezelf is het ook niet makkelijk. Omdat het goede is dat je met uw familie overeenkomt en er tijd en energie in moet steken, terwijl mijn eigenste ik liever alleen is en niet meer tegen de ontgoochelingen uit het verleden kan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten