zondag 3 mei 2009

I don't like Mondays

Eerst terugkomen op mijn vorige post over mijn collega die uit zwangerschap is teruggekomen. Het viel de afgelopen week eigenlijk best nog mee. Het was duidelijk dat zij zich ook nog moest aanpassen aan het werkritme, zodat ze zelf deze week nog stil en kalm was. En zo vond ik het eigenlijk prima. Op deze manier kan ik ook terug aan haar gezelschap wennen. Ik ben echt wel blij dat ze terug is, maar zoals ik reeds schreef, ik vond de periode dat ik alleen aan mijn bureau zat ook ontzettend fijn.

Het is een verlengd weekend geweest en voor de meesten is dat een goede gelegenheid om speciale dingen te doen, om er eens op uit te trekken, om eens zwaar door te zakken of te feesten, om vrienden of familie op te zoeken, …. En dan staan ze natuurlijk maandag klaar om al hun weekendbelevenissen met anderen te delen. Op zulke momenten word ik altijd met de neus op de harde waarheid geduwd. Je bent niet zoals de anderen. Terwijl de anderen hun sociale leven onderhouden, zat ik weer een weekendje alleen op mijn kamer boeken te lezen, muziek te beluisteren, dvd’s te bekijken.

Voor mij is dit eigenlijk leuk en ik heb geen nood om anderen op te zoeken. Ik heb geen nood om tussen al het volk te gaan lopen op een “topdag” in Aalst en op een terrasje te genieten van de zon en het gezelschap. Neen, mijn weekends zijn veel saaier dan dat. Saai voor een sociale mens natuurlijk te verstaan. Ik als Asperger heb daar minder moeite mee. Maar ’s maandags vrees ik altijd natuurlijk de vraag wat je dit weekend gedaan hebt. Nog zo één van de vragen die ik vroeger en nu eigenlijk ook nog haatte. Omdat ik geen sociaal leven heb, beleef ik in het weekend niet veel en heb ik ook niet veel te vertellen. En vroeger wou ik natuurlijk niet als de rare doorgaan en bleef ik op de vlakte, maar op zo’n manier dat ik mensen probeerde te overtuigen dat ik een druk weekend achter de rug heb, alleen dat het hun niet aanging wat ik deed. Maar ik vermoed dat velen de ballon na een tijdje wel konden doorprikken en ontdekken dat ik eigenlijk veel alleen thuis zat.

Als je geen diagnose hebt en niet echt kunt uitleggen waarom je zo bent dan ik ben zo, is het altijd heel confronterend geweest zo’n vraag. Het gevoel dat je anders bent dan anderen komt altijd boven bij zo’n vraag. Nu dat ik een diagnose heb, kan ik eigenlijk mijn weekends beter uitleggen en weet ik waarom ik niet dezelfde sociale nood als anderen heb. Omdat ik er gewoon in suck. En omdat een week onder collega’s of vroeger schoolmaten gewoon veel van mij vergde dat ik in het weekend mijn rust en recuperatie nodig had. Natuurlijk wou ik vroeger ook uitgaan zoals anderen deden en ik heb dit een paar keer gedaan. Maar het voelde gewoon niet juist aan. Ik kon geen connectie maken met anderen maken, werd ongemakkelijk van de drukte en het lawaai en ik kon mij nooit ontspannen. Ik was altijd dat ik terug naar huis kon gaan. En zo wordt de kloof met leeftijdsgenoten weer groter.

Nu, ik kan mijn weekends natuurlijk een pak interessanter maken. Ik zou bijvoorbeeld naar de film kunnen gaan of een stadsbezoek doen. Maar het komt gewoon niet in mij op. Het maakt mij zelfs een beetje angstig. Het is de angst die mijn weekends verlamd. Ik moet de dingen eigenlijk op voorhand weten. Ik moet weten of er veel volk in de filmzaal gaat zijn, ik moet weten waar ik kan zitten en vooral hoe ik mij moet gedragen. Er komen zoveel vragen en angsten bij mij op wanneer ik een uitstap moet doen, dat ik bijna altijd gewoon afhaakte. Je hebt geen idee hoe dat de dingen kan verlammen. Ik had vorige week een dagje vrij en ik moest naar de boekenwinkel. Ik heb dat twee dagen op voorhand moeten voorbereiden van ik ga rond dat uur, ik ga via die route, ik ga daar naar kijken in de winkel, ik ga via die route terug en ik hoop tegen dat uur terug te zijn. Gewoon om even naar de boekenwinkel te gaan. Maar ik heb dat beeld in mijn hoofd echt wel nodig. Ik moet weten wat ik moet doen of ik raak in paniek. Gelukkig zijn er momenten dat het ook enorm goed meevalt. Ik ben twee jaar terug alleen een dagje naar Brugge geweest. Alles was enorm goed gepland en de dag verliep echt zoals ik het in mijn gedachten had. En het was wel leuk, maar éénmaal drie uur was de pret over en ik begon ik mij zorgen te maken dat ik best wat vroeger doorging om die trein te kunnen halen zodat het volk op de trein nog meevalt en dergelijke. Dat kan ik echt hebben. Ik plan dan zoiets en alles gaat goed, maar dat komt er plots een ogenblik dat het genoeg is geweest en dat ik terug naar huis moet.

Ik denk dat dit voor gewone mensen zonder autisme (NT’s) moeilijk te vatten is hoe verstikkend zoiets kan zijn in iemands leven. En hoeveel energie zoiets vergt van iemand. Want je hebt de hele voorbereiding ervan. Je moet er u mentaal op voorbereiden. En dan is er de spanning van de dag zelf en kom je toch tot de conclusie dat zulke uitstappen niet zo ontspannend werken als je wel zou willen. En ik ben dan al iemand met weinig moed en zelfvertrouwen zodat ik al gauw zulke uitstappen tot een minimum beperk. Het is gewoon soms te belastend.

Daarom ook dat ik mijn weekends een pak rustiger en saaier maak. En vooral dat ik in de weekends vooral op mijn eigen terugplooi. Ik lees dus veel in het weekend. Ik hou ervan om mijzelf te verliezen in een goed boek en helemaal opgeslorpt te worden door een verhaal. Ik luister ook veel naar muziek om mij toch niet alleen te voelen en om mij goed te doen voelen. Ik kijk ’s avonds liever thuis in mijn zetel naar een goede film zonder onbekend volk rond mij die allerlei dingen doen waarop ik niet voorbereid ben. Maar het werkt voor mij. Voor mij vind ik dit zo prima. Ik ben een eenzaat en dat zal waarschijnlijk nooit veranderen.

Alleen blijft dit natuurlijk niet het beeld wat mensen vandaag van een weekend verwachten. De samenleving heeft het niet echt zo voor eenzaten. Hoe vaak dat ik al op het werk commentaar heb moeten horen van anderen die het triestig vinden wanneer mensen dagen thuis achter een computer zitten. En de blikken die er zijn, wanneer ze merken dat je geen sociaal leven hebben. Of de blik die ik van mijn baas krijg als ik hem vertel dat een vakantie voor mij vooral een leesvakantie is. En ja hoor, hoeveel keer heb ik al moeten horen dat er zoveel is dat je kan doen in een weekend. Natuurlijk weten ze op mijn werk niets van mijn autisme af en kan ik het hen moeilijk kwalijk nemen. Maar toch moeten mensen mee drijven op de algemene stroom. Dus als ze ’s maandags vragen wat je gedaan hebt in het weekend verwachten ze allerlei leuke dingen en vooral dingen die je met anderen doet. Ik denk dat het accepteren dat een groep mensen (met autisme) heel graag alleen zijn en geen boodschap hebben aan al dat sociaal gedoe een stap in de goede richting zou zijn.

2 opmerkingen:

  1. Ik lees hier autisme en niet asperger. Ik raak er op dit moment nog niet uit waar het verschil zit. Ik heb van een aantal dingen bv. ook niet zo heel veel last, al is het maar omdat ik denk dat ik er mij vrij goed heb aan aangepast door de jaren heen. Ik hoop - nu ik in een soort "het zal wel asperger zijn" vibe zit - dat ik hierdoor niet in een spiraal terechtkom waarin het in één keer wel allemaal onverdraagzaam of erg wordt. Dan heb ik het in het bijzonder over "teveel impulsen" "lastige vragen", enz ...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Asperger is een onderverdeling binnen het autismespectrum. Autisten hebben niet allemaal dezelfde kenmerken of hun autisme uit zich niet allemaal op dezelfde manier. Asperger wordt dan gebruikt voor autisten die iets zelfredzamer zijn in de zin dat ze hun autisme iets meer kunnen verbergen. Maar uiteindelijk blijven ook Aspergers autisten.

    Het feit dat in de media ook altijd gezegd wordt dat autisme het modewoord van het afgelopen decennium is, maakt het inderdaad niet makkelijk als je problemen hebt. Zelf vraag ik me ook nog altijd regelmatig af of ik nu wel autisme heb of niet en niet eerder een andere probleem. Het is natuurlijk belangrijk om een juist "label" te krijgen, maar soms sus ik mijn geweten met het eerder beter is om een juiste oplossing te krijgen dan een juist label.

    BeantwoordenVerwijderen